De indirecte rede in de tegenwoordige tijd

In de indirecte rede, als we herhalen wat iemand anders heeft gezegd (style indirect), gebruiken we que (dat).

Il dit : ÂŤ Il fait beau aujourd'hui. Âť → Il dit qu’il fait beau aujourd'hui. Hij zegt: 'Het is mooi weer vandaag'. → Hij zegt dat het vandaan mooi weer is.
Je te rĂŠpète : ÂŤ Je ne suis pas fâchĂŠ. Âť → Je te rĂŠpète que je ne suis pas fâchĂŠ. Ik zeg het je nog een keer: ik ben niet boos. → Ik zeg je nog een keer dat ik niet boos ben.
Je sors et je rentrerai après dîner. → Je dis que je sors et que je rentrerai après dîner. (Notez que l'on répète que devant chaque verbe) Ik ga nu weg en ik kom na het diner terug. → Ik zeg dat ik nu weg ga en dat ik na het diner terug kom. (Merk op dat we in het Frans que voor elk werkwoord moeten herhalen.)

Bij het herhalen van vragen die met een persoonlijk voornaamwoord of met est-ce que beginnen, gebruiken we si (of).

Tu vas venir ? → Je te demande si tu vas venir. Kom je? → Ik vraag of je komt.
Est-ce que tu seras lĂ  demain ? → Il vous demande si vous serez lĂ  demain. Ben je er morgen? → Ik vraag of je er morgen bent
Il va dĂŠmĂŠnager ou il va rester ? → Je (me) demande s'il va dĂŠmĂŠnager ou s'il va rester. Gaat hij verhuizen of blijft hij op dezelfde plek wonen? → Ik vraag (me af) of of hij gaat verhuizen of dat hij op dezelfde plek blijft wonen.

Bij het herhalen van vragen die met qu'est-ce que of qu'est-ce qui beginnen, gebruiken we ce que of ce qui (wat).

Qu'est-ce que tu dis ? → Je demande ce que tu dis . Wat zeg je? → Ik vraag wat je zegt.
Qu'est-ce qui lui prend ? → Je demande ce qui lui prend. Wat bezielt hem? → Ik vraag wat hem bezielt.

Bij het herhalen van vragen die met een bijwoord beginnen, gebruiken we dat zelfde bijwoord weer.

Quel âge a Victor ? → Je te demande quel âge Victor a (ou quel âge a Victor). Hoe oud is Victor ? → Ik vraag je hoe oud Victor is.
Comment s'appelle-t-il ? → Je me demande comment il s'appelle. Hoe heet hij? → Ik vraag me af hoe hij heet.
D'oĂš viennent tes amis ? → Je te demande d'oĂš viennent tes amis. Waar komen je vrienden vandaan? → Ik vraag je waar je vrienden vandaan komen.

Belangrijk: In bovenstaande voorbeelden keren we de volgorde van onderwerp en werkwoord niet om in in de indirecte rede als het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is (je, tu, il etc). Maar we kunnen de volgorde van onderwerp en werkwoord wel omkeren als het onderwerp een zelfstandig naamwoord is (Victor, le chien, le travail etc.). (Merk op dat deze inversie niet mogelijk is met pourquoi en ce qui.)

Quel âge as-tu ? → Je te demande quel âge tu as. (et pas : Je te demande quel âge as-tu.) Hoe oud ben je? → Ik vraag je hoe oud je bent.  (en niet: Je te demande quel âge as-tu.)
Quel âge a Victor? → Je te demande quel âge a Victor. (tournure la plus frĂŠquente) ou Je te demande quel âge Victor a. Hoe oud is Victor? → Ik vraag je hoe oud Victor is.  (gangbaarder) of Je te demande quel âge Victor a. 


Heb je nog steeds moeite met 'De indirecte rede in de tegenwoordige tijd'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!

Dit zeggen onze cursisten over ons:

Plezier

         

Ik vind het leuk om mijn Franse taalcursussen online te volgen. Ongeveer tien minuten per dag is genoeg... Bedankt!

Innovatief

         

Ik hou van jullie innovatieve methode om een taal te leren en tegelijkertijd plezier te hebben!

Uniek

         

Jullie methode is uniek! De cursussen hebben mij geholpen om vooruitgang te boeken en vol vertrouwen naar mijn uitwisselingen in het buitenland te gaan.

Vooruitgang

         

Gymglish heeft me in staat gesteld mijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden in het Frans te verbeteren. Een dagelijkse routine die ik niet zou willen missen!

Meer getuigenissen.

Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.